Zuid-India: van Chennai (Madras) naar Mumbai (Bombay)

Mysore en de weg naar Hassan

Mysore is een aangename stad met tempels, een paleis en marktjes. Het is een centrum van zijdeproductie en sandelhout. Het is heel warm en we nemen de tuktuk om het paleis van de Maharadja te bezoeken. Het is een van de grootste van India en wordt druk bezocht. In het begin van de 20e eeuw werd het complex herbouwd door de Britten nadat het vorige houten paleis in de fik ging. Langs de buitenzijde is het een harmonieus gebouw, maar binnenin is het te veel van het goede. Je komt ogen te kort om alles te bewonderen, de gesculpteerde deuren, de monumentale pilaren, de beschilderde plafonds .... niets was te veel om de steun van de Maharadja af te kopen.

We houden het voor bekeken voor vandaag, na een verrukkelijk diner. Morgen zetten we onze exploratie van de stad en haar omgeving voort.
Op een dertigtal km buiten de stad, in Somnathpur, ligt de Keshavatempel gewijd aan Vishnu. Het is een juweeltje, met meer dan 5 000 sculpturen. De tempel werd gebouwd in de 13de eeuw. De plaatselijke gids doet zijn werk uitstekend door ons te wijzen op de attributen van goden en godinnen en de voorstellingen uit de Ramayana en de Bhavagad Gita. Hij is niet gespeend van enige didactiek: hij stelt vragen die wij proberen te beantwoorden.
Op de terugweg naar Mysore verlaten we de groep en rijden met een tuktuk naar de Chamundi-heuvel. Hier staat een tempel in 'volle werking'. Het is aanschuiven bij de verschillende altaartjes waar druk geofferd wordt. En ook de apen voelen zich hier thuis. Onze tuktuk heeft op ons gewacht en wat verder gaan we nog op bezoek bij een reusachtige Nandhi, de heilige stier van Shiva. Ook hier veel offerende pelgrims.
Het is weer warm en we houden een korte siësta in het hotel. Daarna lopen we naar de Devarajamarkt met zijn overweldigende geur van wierook, bloemen en fruit en de kleurrijke stapels groenten in groen, rood en geel. Het is er ontzettend druk en ook wij worden aangepord om de plaatselijke specialiteiten te kopen.
Vrijdag.
Op weg naar Hassan. Srirangapatam is de versterkte stad van de Hyder Ali sultans. Zij heersten over het grootste deel van Zuid-India, tot de Britten de laatste sultan in 1799 vermoordden en de stad met de grond gelijkmaakten. Een eindje verder staat de crèmekleurige Jamiad Masjid, een moskee uit de 18de eeuw, een combinatie van Islamitische en Hindi-architectuur. Het is er heerlijk rustig, de duiven gebruiken de minaretten als til en twee jongetjes amuseren zich met een paar kroonkurkjes. Het spel lijkt een beetje op knikkeren, maar dan met schijfjes.
In de rijstvelden is er volop activiteit. De moddervelden worden geploegd met ossen en rijst wordt aangeplant. Idyllisch India.
Sravanabelagora is een van de oudste en belangrijkste pelgrimsoorden voor de Jaïn. Dit is een hindoestrekking met absoluut respect voor het leven. De adepten zijn vegetarisch en eten ook geen wortelgewassen zoals ui of knoflook, dit is namelijk voedsel voor de ondergronds levende dieren. Kledij van dierlijke oorsprong is verboden en de monikken dragen zelfs geen kleren.
Hoog boven het dorp staat een tempel met het 17 meter hoge beeld van Bahibali, een Jaïnleermeester. De klim naar boven is pittig. De tempelmuren zijn versierd met kleine bas-reliëfs van goden, dansers en dieren. Ook hier zegent de brahmaan de offerende gelovigen.
En dan krijgen we in Halenid nog een pareltje te zien: de Hoysaleshvaratempel, uit de 12de eeuw. Eigenlijk zijn het twee tempels, een voor de koning en een voor de koningin. Voor elke tempel staat een reusachtige Nandi, wat aantoont dat de tempels aan Shiva gewijd zijn. Ook hier zijn de beeldhouwwerken subliem: dansende Shiva's, natuurtaferelen, krijgers, mythologische dieren, ... ieder plekje op de muren is ingevuld. En daarna in Belur, krijgen we het dessert voorgeschoteld met de Chennakeshavatempel, van kleinere allure maar met een indrukwekkende toegangspoort. Arbeiders zijn druk in de weer op kramiekige stellingen om een nieuwe gele verflaag aan te brengen. Hier ook reliëfs met monsters, goden en godinnen. Als kers op de taart wordt de binnenkoer van de tempel overspoeld door een groep meisjes in kleurige inlandse kledij. Het plaatje is volledig.
Gisteren en vandaag waren twee hoogdagen in Hindoe tempelkunde. We hebben nog een week voor de boeg maar de reis kan niet meer stuk. Zuid-India bevalt ons even goed, zo niet beter als het noorden. Hier wordt je ook minder geconfronteerd met extreme armoede en de natuur is mooier.
We overnachten in Hassan. Ook hier genieten we van een uitstekend diner. Morgen rijden we verder noordwaarts.
Foto's doorsturen lukt niet met het zwakke internet. Morgen beter.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!