Donderdag en vrijdag.
Chillen in Thekkadi, 150 km ten zuiden van Madurai. Na een week lawaaierig India is de rust welgekomen. Veel is hier niet te beleven, maar de omgeving is mooi. Thekkadi ligt midden het gebergte en
we verkennen de omgeving, eerst met een 4x4, een echte en van Indiase makelij. Het ding sleurt zich overal op en over. Tijd ook om wat bij te babbelen met de reisgenoten.
Opvallend zijn de vele kristelijke kerken, zelfs een orthodoxe. De bevolking is hier overwegend katholiek met een moslimminderheid. Raar om hier in een typisch Indiaans landschap een reuze
kruisafneming te zien en heiligenbeelden in de meest oogverblindende kleuren.
's Avonds eten we in een eenvoudig pittoresk restaurant. Er wordt bier geserveerd, maar wel in een grote theekan en onder de naam 'special tea'. Een vergunning om alcohol te schenken is zeer
moeilijk te krijgen en dus moet het in het geniep.
Voor ik het vergeet, hier is toch iets te beleven, de Periyar Tiger Reserve. Vandaag, vrijdag, kwamen we om 5u30 uit bed om tijgers en olifanten te spotten in het park. Geen tijgers, geen
olifanten, alleen een paar apen, een mangoest en heel ver weg een bizon en iets dat kon doorgaan voor een troep wilde zwijnen. De enthousiaste ranger wees ons wel op de 'bewijzen' van de
aanwezigheid van wild: olifantenexcrementen, klauwafdrukken van tijgers in de boomstammen, pootafdrukken in de modder, enz... Na een uur hadden we door dat dit voor ons geen waw-ervaring zou
worden, het wild hield zich netjes verborgen in de bebossing. Maar het was wel een mooie wandeling.
De streek is gekend voor de productie van kardemom en op de middag bezochten we een kruidenplantage. De teelt van peper, kaneel, gember, muskaatnoot, koffie, vanillestokjes, kurkuma en kardemom
heeft voor ons geen geheimen meer...
De jongeren on het gezelschap volgen 's avonds kookles. Wij gaan op zoek naar een restaurantje om nog eens te genieten van de plaatselijke specialiteiten. Morgen trekken we zuid-westwaarts naar
Kuttanad in de Backwaters.